Grondstoffootprint afgenomen met 30%
Geplaatst op 07 februari 2023
De grondstofvoetafdruk is de hoeveelheid grondstoffen die gewonnen wordt voor alle producten en diensten die Nederlanders consumeren. Vooral het gebruik van fossiele brandstoffen en niet-metaalmineralen, zoals zand en grind, is in het afgelopen decennium gedaald. Of deze dalende trend doorzet is nog onbekend. Het jaar 2020 past in de dalende trend, maar dat jaar was bijzonder vanwege corona. In 2018, het voorlaatste jaar waarin de voetafdruk werd gemeten, lag het gebruik van biomassa, metalen en fossiele brandstoffen hoger dan in 2012.
De winning van grondstoffen is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de milieu-impact van de economie in zowel binnen- als buitenland. Het omlaag brengen van het grondstoffengebruik speelt een belangrijke rol in de transitie naar een circulaire economie.
Grondstofvoetafdruk grotendeels in het buitenland
Van de Nederlandse consumptie van in Nederland gemaakte producten vindt 89 procent van de grondstofvoetafdruk plaats in het buitenland. Wanneer ook de consumptie van buitenlandse producten wordt meegenomen is dit 92 procent.
De Nederlandse grondstofvoetafdruk was in 2018 het grootst in Rusland, met zo’n 10 procent van alle grondstoffen (16 miljard kilo). Het ging daarbij om Russisch aardgas voor bijvoorbeeld de directe energievoorziening in Nederland, maar ook om Russisch aardgas voor fabrieken in het buitenland die producten maken die in Nederland geconsumeerd worden. Rusland voorzag daarmee in zo’n 39 procent van de olie- en gasbehoefte van de Nederlandse consumptie. Ter vergelijking, Nederland voorzag zelf in 23 procent van de olie- en gasbehoefte van de eigen consumptie, terwijl Noorwegen en het Midden-Oosten in respectievelijk 10 en 6 procent daarvan voorzagen.
Voor de grondstofvoetafdruk is ook Duitsland belangrijk (9 procent in 2018), maar 24 procent van de totale voetafdruk betreft winning in Azië, vooral in India en China. Ook Brazilië is belangrijk in de grondstofwinning voor de Nederlandse consumptie (ruim 5 procent). De grondstofvoetafdruk van de Nederlandse consumptie strekt zich uit over veel verschillende landen: ruim 30 procent werd gerealiseerd in landen die niet in de top 10 staan. Twee derde daarvan werd gerealiseerd in andere Europese landen, de rest voornamelijk in (Zuid-) Afrika.
Grondstofvoetafdruk computers ligt voor ruim 40 procent in China
In specifieke sectoren is de impact van de Nederlandse consumptie over de grens relatief groot. Van de grondstofvoetafdruk van de Nederlandse consumptie van computers werd 42 procent gerealiseerd in China, aangevuld door 9,5 procent in de rest van Azië en 7 procent in Australië. Bij die laatste gaat het met name om steenkool voor de energiebehoefte van Chinese fabrieken, en om de winning van metalen. De impact op China zit hem naast dezelfde twee factoren ook in de winning van zand en klei voor de bouw van onder andere fabrieken. Tot slot is ook voor deze sector Rusland van belang, als leverancier van fossiele brandstof naast het Midden-Oosten. Het grootste deel hiervan is gerelateerd aan de productie van computers en onderdelen in Nederland. Dit is echter slechts een fractie van de totale Nederlandse consumptie van computers. Van alle computers en onderdelen die Nederlanders consumeren wordt veruit het grootste deel uit het buitenland gehaald.
Voor het in kaart brengen van het buitenlandse deel van de voetafdruk wordt gebruik gemaakt van bronnen van buiten het CBS, waaronder de Exiobase-database. De cijfers zijn gemaakt met financiering vanuit het Planbureau voor de Leefomgeving, in het kader van de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER). De berekening van de grondstofvoetafdruk wordt gedaan met behulp van modellering, aangezien niet voor elk land precieze cijfers beschikbaar zijn over alle grondstoffen.
De cijfers illustreren de invloed van internationale handel op de Nederlandse economie en de verwevenheid van de Nederlandse consumptie met grondstoffenwinning in de rest van de wereld.