Consumptie huishoudens groeit ruim 1 procent

Consumptie huishoudens groeit ruim 1 procent

In juli 2024 hebben huishoudens 1,1 procent meer besteed aan consumptie dan in juli 2023, meldt het CBS. Ze kochten zowel meer goederen als meer diensten.

De consumptiecijfers betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Daarnaast is ook voor veranderingen in de samenstelling van de koopdagen gecorrigeerd. Volgens de CBS Consumptieradar van augustus waren de omstandigheden voor de consumptie in augustus minder gunstig dan in juli.

Meer goederen
Consumenten hebben 3,2 procent meer duurzame goederen gekocht dan in juli 2023. Ze schaften vooral meer elektrische apparaten, spullen voor de woning en kleding aan. Ook kochten ze 6 procent meer overige goederen, zoals motorbrandstoffen, energie en drogisterijspullen. Aan voedings- en genotmiddelen hebben ze, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 1,5 procent minder uitgegeven.

Consumenten hebben in juli 0,4 procent meer diensten afgenomen. Ze hebben vooral meer besteed aan vervoer en communicatie. Consumenten gaven echter minder uit, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, aan horeca-, recreatie- en cultuurdiensten dan een jaar eerder. Bestedingen aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen door huishoudens uit.

Omstandigheden consumptie in augustus minder gunstig
Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.

Volgens de consumptieradar van augustus waren de omstandigheden voor de consumptie in augustus minder gunstig dan in juli. Dat komt vooral doordat de jaar-op-jaarstijging van de aandelenkoersen kleiner was en industriële ondernemers minder positief waren over hun toekomstige personeelssterkte.

Bron:

Deel artikel