Minder import uit China

Minder import uit China

Van januari tot en met juli 2023 importeerde Nederland voor bijna 70 miljard euro aan goederen uit China. Dat was bijna 5 miljard minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. Er werden vooral minder computers en telefoons ingevoerd. De uitvoer van goederen naar China nam wel toe, met 16 procent tot 11,8 miljard euro. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers en cijfers van Eurostat.

De daling van de importwaarde volgt op een stijging in 2022 van 17 miljard euro, die deels het gevolg was van prijsstijgingen. De Europese Unie als geheel importeerde in de eerste zeven maanden van dit jaar voor ruim 45 miljard euro minder uit China (van 352 miljard naar 306,5 miljard euro). Van deze daling komt 43 procent door de sterke afname van de import van Chinese goederen door Duitsland (van 77 miljard euro naar 57 miljard euro).

Over de eerste zeven maanden van 2022 was Duitsland binnen de EU nog de grootste importeur van goederen uit China. Over deze periode in 2023 was Nederland dit. De helft van de goederen werd echter vrijwel direct doorgevoerd naar andere landen. Nederland importeerde vooral telefoons, computers en halfgeleiders. Daarbij daalde de importwaarde van telefoons (-1,2 miljard euro) en computers (-4,6 miljard euro), maar steeg die van halfgeleiders (+1,6 miljard euro).

De goederenexport van de EU naar China bleef vrijwel stabiel. De export vanuit Duitsland naar China daalde met 8 procent naar bijna 58 miljard euro in januari-juli 2023. Daarmee bleef Duitsland van alle EU-landen wel de grootste exporteur naar China. De Nederlandse exportgroei naar China was voornamelijk te danken aan een toename in export van machines en toestellen (+898 miljoen euro), geneesmiddelen (+401 miljoen) en medicinale en farmaceutische producten (+188 miljoen).

Importaandeel China gedaald
Het aandeel van China in de import van goederen (zonder doorvoer) kwam in 2020 voor het eerst boven de 10 procent uit. In 2022 was dit weer gedaald naar 9 procent. Ook haalden Nederlandse bedrijven relatief minder grondstoffen en halffabricaten uit China. In 2020 kwam nog 6,8 procent hiervan uit China. In 2022 was dit gedaald naar 5,1 procent, lager dan in 2015 (5,5 procent).

Dienstensectoren importeren minder uit China
Vooral de dienstensectoren (IT- en informatie-, financiële, en zakelijke dienstverlening) kenden de afgelopen jaren een dalende importafhankelijkheid van China. De IT- en informatiedienstverlening haalde in 2019 nog 32 procent van zijn grondstoffen en halffabricaten uit China. In 2022 was dit 17 procent. In 2022 was de telecommunicatiesector van alle Nederlandse sectoren voor zijn productie met bijna 29 procent het meest afhankelijk van import uit China.

Totale exportverdiensten aan China licht gedaald
In 2022 bedroegen de exportverdiensten – de toegevoegde waarde na aftrek van de importkosten voor het maken van goederen of leveren van diensten – aan China bijna 7,1 miljard euro. Dat was 31 miljoen euro (0,4 procent) lager dan in 2021. Die daling kwam door een afname aan exportverdiensten in de dienstenuitvoer (-432 miljoen euro). De verdiensten aan goederenuitvoer namen nog wel toe (+400 miljoen euro).

Bij de goederen verdiende Nederland in 2022 het meest aan machines en toestellen (met name chipmachines) met 1,5 miljard euro, gevolgd door bereide voedingsmiddelen (zoals babymelkpoeder) met 1,1 miljard euro, en vlees met 379 miljoen euro. Grootste stijgers in 2022 waren bereide voedingsmiddelen (+370 miljoen euro), machines en toestellen (+192 miljoen euro) en halfgeleiders (+174 miljoen euro). De grootste afnames in exportverdiensten deden zich voor bij geneesmiddelen (-122 miljoen euro) en personenauto’s (-95 miljoen euro).

De daling in exportverdiensten aan China in 2022 kwam vooral door een afname aan de verdiensten aan intellectueel eigendom (royalty’s; -511 miljoen euro).

Bron:

Deel artikel